Meteen naar de inhoud

Wetenschappelijke artikels

Hieronder kan u wetenschappelijke artikels vinden over problemen die vaak voorkomen bij patiënten, over verschillende behandelmethoden en over de effectiviteit van deze behandelmethoden. Allerhande sporten en aandoeningen komen aan bod. Alle opmerkingen zijn welkom, dus reageer gerust!

28 mei 2019Wat is foamrollen? Een foamroll is een cilindervormige buis met een laag schuim over. Het komt in verschillende vormen en maten. Waarom foamrollen? Ondervind je zeurende klachten die mogelijk spiergebonden zijn. Dit kan zowel aan het dagelijks leven of aan de sport gerelateerd zijn. Dan kan je zonder problemen foamrollen over de gespannen zones. Voor welke aandoeningen? Uit een recente review wordt er besloten dat myofasciale release technieken niet duidelijk een meerwaarde hebben voor het bestrijden van chronische muskuloskeletale pijn (Liami et al 2017). De data is misschien te gegeneraliseerd, dus welk bewijs is er als we het per aandoening gaan bekijken? Een RCT van 2016 verkoos het effect van Myofascial release op een beroepsgerelateerde mechanische nekpijn boven een manuele therapeutische behandeling. De levenskwaliteit werd door beide behandelingen beter, maar nog meer door de spieren en bindweefsellagen los te werken. Door de myofasciale structuren te behandelen verbeterde de beweeglijkheid en de nekpositie. Foamrolling voor de hamstrings was even effectief als PNF stretch technieken om de lenigheid te verbeteren. Voor plantaire fasciitis wordt foamrolling als effectiever gezien om de pijn te bestrijden ten opzichte van ultrasone therapie. Aandoeningen waarbij het nuttig kan zijn: Groeipijnen bij kinderen sporters voor en na een training Schouderklachten Achillespeesklachten Bovenrugklachten … Hoe gebruik ik hem/haar? In de onderzoeken worden verschillende protocols toegepast dus hier kunnen we niet gericht op antwoorden. Aangezien er zowel triggerpoints als bindweefselverklevingen mee weggewerkt worden, stel ik het volgende voor. 1 ) Rol over de gehele spier met de rol een aantal keer op en neer. Voel naar gevoelige punten en warm de spier op deze manier ook even op.  2) Neem 2 à 3 gevoelige punten en lig er telkens 30 seconden op. Zorg ervoor dat je alle spanning in de spier loslaat. Niet met een vb opgespannen kuit er op gaan liggen (voel je trouwens minder). 3) Pas volgende technieken extra toe : Flossen – Side to Side roll 4) Rol op het einde nog eens volledig een paar keer uit zoals in het begin Hoeveel kost het? Over het algemeen zijn de prijzen vrij toegankelijk. De kwaliteit bepaalt of hij tussen de 10 – 40 euro zit. In geval van de duurdere, kan het zeker en vast enkele jaren meegaan. Bij mij in de praktijk gebruik ik dezelfde rol nu al 5 jaar. En hij werkt nog steeds goed. De tijdsinvestering is ook minimaal. Op zo’n 10 min heeft u al veel werk gedaan. Wat is een goede foamroll? Ik ben vooral fan van het merk ‘Triggerpoint-The Grid”. Veel goedkopere merken focussen zich op het aanbrengen van stevige toppen op de foamroll. Maar komt niet ten goede van de gebruiksvriendelijkheid. The Grid richt zich daar dus meer op. Dit zijn enkele bewijzen voor het effect van foamrolling. Breng steeds een oefenschema in kaart in samenwerking met uw kinesitherapeut! Foot (Edinb). 2014 Jun;24(2):66-71. doi: 10.1016/j.foot.2014.03.005. Epub 2014 Mar 21. Effectiveness of myofascial release in the management of plantar heel pain: a randomized controlled trial. J Strength Cond Res. 2015 Dec;29(12):3480-5. doi: 10.1519/JSC.0000000000001007. The Foam Roll as a Tool to Improve Hamstring Flexibility. Am J Phys Med Rehabil. 2016 Jul;95(7):507-15. doi: 10.1097/PHM.0000000000000425. Myofascial Release Therapy in the Treatment of Occupational Mechanical Neck Pain: A Randomized Parallel Group Study. Clin Rehabil. 2017 Sep 1:269215517732820. doi: 10.1177/0269215517732820. Effectiveness of myofascial release in treatment of chronic musculoskeletal pain: a systematic review. [...] Read more...
14 juni 2017Waarom krachttraining niet enkel voor bodybuilders is! Krachttraining is het prikkelen van de spieren met een gewicht dat minstens 60% van uw maximale hanteerbare gewicht (1RM) is. Voor de ene is dit misschien 10 kg en voor de andere 80 kg. Voor basiskracht dienen deze bewegingen 8-12 keer herhaald worden en dit 3-4 sets. Het heeft een positief effect op het lichaam van jongere maar ook van oudere mensen. We spitten dit even uit voor u! Wat zijn de voordelen van krachttraining? Bij ouderen? Naarmate we ouder worden verliezen we zo’n 3-5% spiermassa (sarcopenie) per jaar en krijgen we meer kans op vallen. U verliest uw kracht vanaf 50 jaar met 10% per jaar! Krachttraining is nu jammer genoeg niet de soort oefening die we verwachten te doen op een 70 jarige leeftijd. Maar het verlies in spiermassa uit zich in een verslechterd functioneren waaronder moeilijk uit de stoel geraken, moeilijk naar en van de grond geraken en vermeerdering van pijn. Dus is het wel zeker een onderkend oefenprincipe in geval van ouderen. Onderzoekers hebben aangetoond dat een gedoseerde krachttraining (60% van 1RM, 3×8 herh., 3 keer per week) een gunstig effect heeft bij mensen (>60j) met artroseklachten. Hun pijn nam af, ze konden ook meer kracht zetten en beter hun functies uitoefenen. Een krachtwinst tussen de 30-70% kan bekomen worden na 6-8 weken trainen aan 70-80% van 1RM, zelfs al bent u 90+. Krachttraining van onder andere de benen heeft ook een positief effect op verscheidene chronische problemen (metabool syndroom) die zich voordoen naarmate we ouder worden. Het verlaagt het risico op hartziektes, artritis, osteoporose en ouderdomsdiabetes. Het laat u goed slapen, verlaagt het valrisico en verlaagt de kans op depressie. In verscheidene onderzoeken wordt krachttraining meestal aan 80% van 1RM gedaan. Maar dit wordt soms in de eerste fase als te zwaar ervaren. Er moet eerst weefsel adaptatie optreden vooraleer er naar 80% overgegaan kan worden. Daarom is het beter aan 60% te starten en zo op te bouwen naar 70-80%.   Metabool syndroom Krachttraining kan een tegengewicht bieden voor het ontwikkelen van een metabool syndroom. Bij dit syndroom is er een verhoogd risico op een stijging van buikvetweefsel, dichtslibben van de slagaders, meer suikers in het bloed, verhoogde bloeddruk, bloedklonters en ontstekingen. Dit zijn toch geen aangename klachten om mee te leven en ze kunnen u fysiek functioneren op een oudere leeftijd al serieus beperken. De kans om deze klachten te krijgen worden bepaald door uw lichaamsgewicht (obesitas), genetische factoren en omgevingsfactoren zoals een slechte fysieke fitheid en een sedentair leven, een dieet vol met verzadigde vetzuren en weinig vezels en een lage socio-economische status. Dus naarmate u ouder wordt, kan het verlies aan spiermassa en het verslechteren van uw metabolisme een belangrijke rol spelen. De spieren zijn het primaire doel om het metabolisme terug te activeren. Glucose gaat door weerstandstraining weer worden opgenomen in de spieren. Vetreserves worden aangesproken om te verbranden. De activiteit van spieren bepaalt uw rustmetabolisme. En uw rustmetabolisme is juist een parameter voor uw ‘verbrandingsoven’. Een gerandomiseerd onderzoek heeft het effect van krachttraining op een groep met veel metabole symptomen en weinig metabole symptomen onderzocht bij mensen rond de 50 jaar. Krachttraining heeft een gunstig effect op de levenskwaliteit bij mensen met veel metabole symptomen. Ze verhoogden hun kracht en konden hun dagdagelijkse activiteiten beter uitvoeren. Aan de Vrije Universiteit Brussel is in 2005 een onderzoek gepubliceerd geweest door Ivan Bautmans waarbij ouderen aan een krachtprotocol werden onderworpen. De spierkracht en het ontstekingsprofiel  werden gemeten. Na een trainingsschema van maar liefst 9 maanden aan 3 keer per week nam hun spierkracht duidelijk toe en was er een significante daling van het ontstekingsprofiel. We kunnen dus besluiten dat krachttraining geen taboe hoeft te zijn binnen de revalidatie setting. Laat wel duidelijk zijn dat een goede therapeutische kennis over krachttraining wel vereist is. TIPS Programma van 12 weken doorlopen 2-3 sessies per week Intensiteit van 60% beginnen en opbouwen naar 70-80% 6-8 oefeningen die de grote spiergroepen trainen Rust 60 seconden tussen de reeksen Vermijd verende bewegingen © Pieter Van Bossuyt Latham 2010 Strength training in older adults: The benefits for osteoarthritis Clin Geriatr Med. 2010 August ; 26(3): 445–459 Seguin 2003 The Benefits of Strength Training for Older Adults Am J Prev Med 2003;25(3Sii):141–149 Strasser 2010 Resistance training in the treatment of the metabolic syndrome Meta Analysis Sports Med 2010; 40 (5): 397-415 Levinger 2007 The effect of resistance training on functional capacity and quality of life in individuals with high and low numbers of metabolic risk factors. Diabetes Care. 2007 Sep;30(9):2205-10. Epub 2007 Jun 11 [...] Read more...
26 oktober 2016Is een inspuiting bij Frozen Shoulder aangewezen? In 2016 heeft Koh een literatuurstudie gedaan naar  de werking van inspuitingen op de klachten van een Frozen Shoulder. Hij verzamelde alle waardevolle studies (RCT) en zag dat een inspuiting van triamcinolone 20-40 mg (cortisone)  in het gewricht de eerste 12 weken beter werkte dan kinesitherapie of placebo behandeling. Nadien waren de effecten gelijkaardig. De nevenwerkingen zijn vrij minimaal. Een Frozen Shoulder deelt zich op in 3 herkenbare fases. Acute pijn Pijn en bewegingsbeperking alleen nog maar bewegingsbeperking De inspuiting dient dus in fase 1 gegeven te worden! In totaal kan een Frozen Shoulder enkele maanden tot een jaar duren, dus geduld is een deugd. Het effect van kinesitherapie en manuele therapie bij een Frozen Shoulder zal later nog besproken worden. Wilt u hier meer over weten? Contacteer dan uw manueel therapeut of huisarts. [...] Read more...
21 juli 2016A swing is a complex movement! Nobody does it exactly the same but there are some generalizations we can make based on some research material. In this article we’ll be looking at the muscle activation during the different swing fases. For every golfer this evidence is important because it will determine the muscle that needs to be trained to improve the golf swing. Golfing is a kinetic chain activity. First of all muscles need to be able to work together. Secondly they must be able to work at a certain level of strength and speed. Let us start with the backswing. The little research that has been done shows for the shoulder a main activity of the upper right trapezius muscle (52% MVIC) followed by the right middle trapezius muscle (32% MVIC). On the left side there is a stabilizing activity of the subscapularis and upper serratus muscle. You can compare it with a push-pull activity where the right arm is pulling and the left is pushing. In the warm-up this is comparable with the see-saw movement. The legs also work during a golf swing. The right hamstring muscle works on a low level as well as the left back muscles and part of the left abdominal muscles. So a chop movement would be fitting to activate these muscles just as a rotatory movement in the warm-up The forward swing or downswing is the next part of the golf swing. Here the muscle activity rises because of the force that needs to be transfered from the clubface into the golfball. The left upperback muscles are very active as well as the right chest muscles. To warm up these muscle areas, a theraband is easy to use. You can execute a rowing movement and a pushing movement. Glutes are KING! In the legs, the glutes start to work. Remember glutes are KING! On the right side the glutes contract maximally helped by the hamstrings. The abdominals are QUEEN! So the obliques also assist by contracting. On the left side the knee is straightened which activates the left upper leg muscles. A squat on 2 legs and a lunge would be great in your warm up! Abdominals are QUEEN! The accelerationfase activates the same muscles as before. The important part here is that left and right both activate the chest muscles and that the left side lifts up the shoulder just a little. In the lower end of the body, the glutes activate this time on the left together with the hamstrings resulting in the straightening of the body. The body makes a small controlled shift to the left demanding some gluteus medius activation. A perfect example of an exercise would be upright row ( watch: ‘Personal fitness tips’ video from 1:23 min) and again theraband pushing. These are the most important muscle activations in the golf swing. Be sure to warm these muscles up before hitting a ball and also train these muscles to become even better! ©Pieter Van Bossuyt References McHardy,Muscle activity during the golf swing, Brittish journal of Sports Medicine, 2005; 39:799–804 Marta , Electromyography variables during the golf swing: a literature review, Journal of electromyografy and kinesiology, 2012, 803-813   [...] Read more...
20 mei 2016Verschil tussen chiropraxie, Manuele Therapie en Osteopathie In de praktijk krijg ik deze vraag heel vaak! Als patiënt is het vaak moeilijk om te weten waar hij voor zijn specifieke klachten moet zijn en welke therapie hij hierbij kan verwachten. Eén van de grootste onduidelijkheden binnen de zorgsector is het verschil tussen chiropraxie, osteopathie en manuele therapie. Om duidelijkheid te scheppen  vindt u in het eerste deel een stukje geschiedenis waarna in het tweede deel de actuele situatie met wetenschappelijk bewijs. Chiropraxie hoe het nu gekend staat, startte in 1895 met een zekere Daniel David Palmer. Door een manipulatie (“Kraken”) van de nek uit te voeren, heeft hij een dove man subjectief iets beter laten horen. Of dit al dan niet de waarheid is, doet er niet van af dat een techniek die sinds ongeveer 400 voor Christus (Hypocrates) bestaat, nuttig kan blijken om klachten ter hoogte van het hoofd en de nek-schouderregio weg te werken. Echter de filosofie die chiropractoren hebben om een wervel te manipuleren, is ongegrond. Ze verklaarden dat in geval van bepaalde ziektes een wervel “gesubluxeerd” is en deze teruggeplaatst moet worden. Anatomisch gezien is dit onmogelijk omdat er nog genoeg ligamentaire, benige en musculaire stabiliserende structuren zijn die wervels op elkaar houden. De enige optie waarbij een facetgewricht van een wervel kan luxeren is doormiddel van een onderbreking in één van deze stabiliserende structuren aldus een volledige scheur in ligamentair en/of musculair weefsel of een breuk ter hoogte van de lamina van het wervellichaam. Met zo’n pijn ga je denk ik eerder naar de spoedafdeling. Dit is meestal een continue, progressief verergerende pijn. Osteopathie kwam 10 jaar eerder met Andrew Still’s (geboren in 1828) principles of osteopathy. Andrew beweerde dat hij ziektes zoals difterie met een manipulatie (parietaal) kon oplossen. Tot op de dag van vandaag zijn er onderdelen van de osteopathie (visceraal & cranio-sacraal) die het gelijkaardige beweren, maar nog geen bewijs hebben. Osteopaten  vonden dat het uitvoeren van deze techniek onderhevig moest zijn aan het bezitten van een licentie in de Osteopathie. Chiropractoren mochten dit dus niet en vlogen zelfs de gevangenis in voor het uitvoeren van manipulaties. Zowel osteopathie als chiropraxie evolueerde verder in hun eigen denkprincipes. Waar chiropraxie altijd bleef opbotsen tegen de medische wetenschap, werd osteopathie in zekere zin aanvaard. Tegelijk met de strubbelingen tussen de chiropractoren onderling en tussen de chiropractoren en osteopaten, ontwikkelde zich vanuit de wetenschap kinesitherapie en daarbij ook kinesitherapeuten met manipulatieve technieken. Dit werd als bedreiging aanzien voor het uitroeien van de chiropractoren. Vanuit de kinesitherapie werden manipulatieve technieken wetenschappelijk onderbouwd. Kinesitherapie en dus ook manuele therapie ontwikkelde zich niet volgens haar eigen filosofie verder, maar onderzocht de werkelijke effecten van bepaalde therapieën en bouwde zo een erkend beroep op. Manuele therapie is ondertussen een universitaire opleiding waarvan je een postgraduaat of een master na master in kan halen.   Is er onderbouwing voor cranio-sacrale therapie en viscerale therapie? Volgens Hartman et al. is er tot 2002 geen substantieel bewijs voor cranio-sacrale therapie. Bijkomend is er tussen de osteopaten onderling (inter-tester betrouwbaarheid) geen betrouwbaarheid in het onderzoeken. Er zijn geen onderzoeken van volgende kwaliteit (gerandomiseerd, geblindeerd, placebo gecontroleerd). Sutherland en Upledger , felle voorstanders van deze tak van de osteopathie, beweerden een effect te kunnen hebben op ADHD, depressie, chronische vermoeidheid en nog enkele andere aandoeningen. Theoretisch gezien zou een osteopaat met deze techniek het cerebrospinaal vocht kunnen voelen stromen met de vingers. Het is vergelijkbaar met water door een buisje voelen stromen waar nog enkele handdoeken rond gewikkeld zijn. Conclusie Ik had als uitgangspunt niet therapievormen persoonlijk te raken, maar wel duidelijkheid te scheppen vanuit het wetenschappelijk standpunt. Los van enkel het wetenschappelijke, is ook het effect in de praktijk belangrijk. Als laatste tip naar de patiënt toe, wees kritisch! Het is jouw lichaam. Jij bent verantwoordelijk voor het aanvoelen of iets werkt of niet en communiceer daarbij met je therapeut. Referenties Pettman, The journal of manual and manipulative therapy, 2007 Hartman SE, Norton JM. Interexaminer reliability and cranial osteopathy. Scientific Review of Alternative Medicine 6(1):23-34, 2002 [...] Read more...
20 mei 2016    I had a discussion recently with a moderate golf player about whether or not the legs had a lot to say about your golf swing characteristics (club head speed, driving distance). I was curious so I went looking for answers. I found an article describing exactly what I was looking for.   Lower Extremity Work Is Associated with Club Head Velocity during the Golf Swing in Experienced Golfers.      The article concludes that about 63% of  club head speed is dependent on total lower body kinematics and thus can influence your driving distance. So be sure to activate your glutes, dissociate between global stabilizers of the trunk and hip and train your lower body to hit further!   What do you think?? Leave your comments below.     Written by Pieter Van Bossuyt ©  References McNally, Yontz , Chaudhari , Int J Sports Med. 201 [...] Read more...
13 april 2016What does the literature say about golf and prosthetics? In 2007 members of the American Association for Hip and Knee Surgeons agreed that all low load activities were recommended after a knee or hip replacement surgery, including golf.  This was an assumption and thus not scientifically validated. Which is why we went looking for some answers! How long does it take before getting back on the green? A case series showed that 57% of the patiënts with knee prosthetics returned to golf after 6 months. Other research had an even shorter return to golf of 18 weeks (Mallon & Callaghan, 1993). We recommend to start after you’ve talked with the physio and the doctor and to listen to your body. First of all, start with a 30 minute warm up at low to moderate intensity before you start swinging!! Not 5, not 10, but 30 minutes!.  Not only does a prosthetic allow you to play golf more often or as much as before( 81%) but  83% had less pain. More importantly, 90% enjoyed golfing even more than before!   How high is the risk for complication? More than 90% of golfers does not have more risk for complications than someone who doesn’t play golf. But biomechanical research (Hamai et al., 2008) has shown that a lot of rotational forces (20° inward rotation) can act upon the knee during the swing (especially back swing to end of follow through). The material (polyethyleen) of the knee prosthetic can wear down more rapidly. Although this reasearch group made a great study, they only took X-ray  images of the leading knee (right handed golfers- left knee) during movement. The problem is that this technique only is accurate when the lower leg is fixed. But as you can see in the pictures below, the left foot leaves the ground making it possible to overestimate the rotational forces. For the trailing knee, not many complaints are noted during golf (Mallon & Callaghan, 1993).   It’s important to know, what type of swing is performed. In the next picture it is apparent that the leading foot leaves the ground during the backswing. Taking into account the possible overestimation of rotational forces on the leading knee during this type of swing, no advice is giving against this swing. Secondly you should think of the fact that adapting your swing can change forces on your knee. Our conclusion Adapting your swing is not easy! Look at Tiger Woods.  He’s probably the best example of swingadjustments because of injuries. But people can learn at any age. For those limited with a knee prosthetic, a good swing with enough club head speed an distance is still possible. Or you keep the knee’s almost still with more rotation at the hip and back. Or you can shorten your backswing and step through when during the follow through.   For more questions, don’t hesitate to contact us or your PRO. Happy Golfing!   What do you know? Leave a comment below!   Written by Pieter Van Bossuyt © References Chatterji, U., Ashworth, M. J., Lewis, P. L., & Dobson, P. J. (2005). Effect of total knee arthroplasty on recreational and sporting activity. ANZ Journal of Surgery, 75(6), 405–8.    D’Lima, D. D., Steklov, N., Patil, S., & Colwell, C. W. (2008). The Mark Coventry Award: in vivo knee forces during recreation and exercise after knee arthroplasty. Clinical Orthopaedics and Related Research, 466(11), 2605–11.    Hamai, S., Miura, H., Higaki, H., Shimoto, T., Matsuda, S., Okazaki, K., & Iwamoto, Y. (2008). Three-dimensional knee joint kinematics during golf swing and stationary cycling after total knee arthroplasty. Journal of Orthopaedic Research?: Official Publication of the Orthopaedic Research Society, 26(12), 1556–61.    Jackson, J. D., Smith, J., Shah, J. P., Wisniewski, S. J., & Dahm, D. L. (2009). Golf after total knee arthroplasty: do patients return to walking the course? The American Journal of Sports Medicine, 37(11), 2201–4.    Mallon, W. J., & Callaghan, J. J. (1993). Total knee arthroplasty in active golfers. The Journal of Arthroplasty, 8(3), 299–306.    Swanson, E. a, Schmalzried, T. P., & Dorey, F. J. (2009). Activity recommendations after total hip and knee arthroplasty: a survey of the American Association for Hip and Knee Surgeons. The Journal of Arthroplasty, 24(6 Suppl), 120–6.  [...] Read more...